Selecteer een pagina

Druktemaker

KLEINE DRUKTEMAKER

Zwart-witte poes met oranje speeltjeJuultje had al jaren het rijk voor zich alleen. Nu sinds vorig jaar die druktemaker van een Fientje er bij is gekomen, gaat ze haar liever uit de weg. De tomeloze energie en speelsigheid richt zich soms op haar. Wanneer ze na het eten, lekker veilig, naar de werkkamer van haar baasje wil dan zit Fientje vlak voor de deuropening en als ze niet heel snel is dan wordt er gehengeld en gegraaid naar haar pootjes. Maar als ze wel heel snel is dan is dát weer een uitdaging om te spelen en roetsjt die kleine om en over haar heen op de trap.

De eerste dagen had Juultje een beetje rust. ’s Morgens vroeg ging ze eerst een paar uurtjes naar buiten. Daarna kwam die druktemaker wel om te eten, maar was nog bang voor iedere beweging die ik maakte dus Juultje kon zich om mij heen vrij bewegen. Ook op de stoel of smalle vensterbank werd ze niet verrast en kon ze ongestoord buiten kijken.

Lapjespoes op de autoNa veel spelen, uitdagen en uitlokken met de hengel en balletjes ‘knikkeren’ begint er iets van vertrouwen te groeien. Opstaan mag ik nog niet dan zijn haar pupillen gelijk compleet zwarte schoteltjes en is ze spontaan vijf meter extra van mij verwijderd. Laat staan als ik op de grond ga zitten dan moet ze van zichzelf echt voor mij schuilen.

En dan ineens is daar die dag dat ze niet meer achteruit voor me wegloopt, maar enthousiast op me af komt. Na een enthousiaste miauw steek ik mijn hand uit en die wordt al knorrend gekopt, waarna een golfbeweging met haar lijf zelf de aai in gang zet. Ik laat mijn hand rusten en voel vervolgens een natte neus duwen voor meer kroel. De knor gaat niet meer uit … ik ben geaccepteerd.

Nu kan ik met haar spelen en haar tussendoor ook aanraken. Spel en aaien wisselen zich af. Ook gaat ze op strooptocht. Een losse flessendop doorkruist de hele kamer. Ze pakt ‘m in d’r bekkie op en dropt ‘m tussen de stoelpoten om daar met een beetje verrassingselement verder te spelen. Nu ze haar angst voor mij heeft overwonnen kan ik haar een beetje moe maken en heeft Juultje (hopelijk) wat minder last van ‘de kleine druktemaker’.

Gespreid bedje

KOM NAAR BED DAN

Tommie heeft zo zijn vaste ritmes. Wanneer ik vroeg genoeg ben ligt hij nog binnen te slapen. De eerste dagen is dat op een stoel onder tafel. Niet iedere dag dezelfde, want stel je voor dat ik gelijk weet waar hij is. Zijn stiefbroer Zwartje komt mij standaard uit zichzelf begroeten, maar Tommie houdt zich stil tot ik hem gevonden heb. Blijkbaar is ie een beetje stijf geworden van het op de stoel liggen. Fijn uitrekken dan maar, blik op nergens, spieren zo gestrekt dat ie op zijn teentjes staat en ook z’n haren even helemaal bol. Dan flink schudden, nog net staande houden en weer gaan zitten. Héhé wat zal hij eens gaan doen. Geaaid worden en koppie kroelen beginnen we mee tot hij zich realiseert dat ik ook degene ben die de bordjes komt vullen. Terwijl hij zich tegoed doet aan nog overgebleven brokjes vul ik een bordje met zacht voer. Zodra ik het neerzet wisselt hij de brokjes in voor het nieuwe schaaltje. De saus, dat is wat hij lekker vindt. Het vlees (of de vis) blijft wat hem betreft over, maar doe saus hmmmm wordt compleet afgelebberd. Hij smakt zo erg dat ik bijna denk dat toch alles opgegeten wordt. Maar nee zodra de saus er af is wordt er nog wat van de harde brokjes gegeten die ik zojuist aanvulde. Tijd om buiten op de tuintafel smoeltje te wassen en dan de buurt in.

Na een paar dagen ligt hij ’s morgens niet op één van de stoelen. De bordjes zijn leeg en alleen Zwartje begroet mij. Dan is ie vast al de wijk in. Wel vaker komt hij iets later alsnog binnen omdat hij me gehoord heeft. Vandaag komt hij niet, ook niet na geroepen te zijn. Ik loop de trap op om te checken of hij boven is. Zal niet de eerste keer zijn dat ie mij laat roepen en geen reactie geeft. En ja hoor daar zit hij, bovenaan de trap. Hij kijkt niet naar mij, maar naar de slaapkamer en naarmate ik dichterbij kom loopt hij mij voor naar het bed. Duidelijk, het is tijd dat de baasjes thuis komen. Alleen slapen is maar eventjes leuk. Terwijl ik op het bed ben gaan zitten draait hij rondjes langs mijn rug en kopt superharde kopjes tegen mijn uitgestoken hand. Vervolgens krult hij zich in mijn armen terwijl ik op m’n knieën voor het bed ben gaan zitten. Losse haren in m’n gezicht die ik met mijn hand wegveeg en hij doet er een veeg met zijn lijf achteraan. Wat dacht ik wel om die hand terug te nemen. Dat kan niet hoor, gedurende bedtijd zijn alle handen voor Tommie.

Zo kroelen we een poosje tot mijn been slaapt en ik weer opsta. Samen gaan we naar beneden waar hij de saus van het voer likt, nog een aai haalt en op pad gaat.

Bij vertrek is hij met Zwartje in een hoop zand op de parkeerplaats aan het rollen. Nu maar hopen dat ie morgen weer gewoon op een stoel ligt, die ‘zandbak’ vinden de baasjes bij thuiskomst liever niet in bed.

Tokepi

TOKEPI LOOPT RONDJES

Cypers katjeAl bij de eerste kennismaking kroop Tokepi bij mij op schoot, tevreden knorrend liet ze zich graag kroelen. Toen ik vlak daarna een paar dagen voor haar (en haar stiefbroer Monkey) mocht zorgen hadden de baasjes er wel vertrouwen in dat ze met toegang naar buiten ook weer bij me terug zouden komen.

De eerste dag zonder hun bedrijvige gezin was het slecht weer en hadden ze boven een lekker plekje opgezocht. Bij binnenkomst was het Tokepi die als eerste halverwege de trap kwam, Monkey volgde ook snel. Bij het vullen van de bordjes stonden ze vol verwachting naast me. Dan is het vervolgens bewaken van Tokepi’s bordje. Zij eet graag kleine beetjes, maar Monkey graast dat maar al te graag gelijk leeg, zodat hij daarna nog dat van hemzelf heeft. Niet alleen krijgt de een dan teveel en de ander te weinig, maar ook is het voor Tokepi speciaalvoer dus ben ik de waakhond die er op let dat er uit het eigen bakje gegeten wordt. 

Als Tokepi voor nu genoeg heeft zet ik beide bakjes weg, zodat ze straks beide de rest krijgen. Dan komt Tokepi voor aandacht bij me op de bank, terwijl Monkey in de keuken op de vensterbank de straat inspecteert.

De volgende dag staan ze beiden onderaan de trap voor ik goed en wel binnen ben. Het zonnetje schijnt en met het naar binnen lopen rent Tokepi vooruit en rekt zich uit tegen de muur naast de schuifpui. Ze wil naar buiten en ook Monkey posteert zich naast die deur. Lekker de tuin in.

Cypers met witte kat onder de tuinstoelAls snel verdwijnen ze beide onder de begroeiing door naar de buurtuin. Ik blij dat ik nog geen eten heb gegeven. Maar mijn teleurstelling is ongegrond, want één voor één verschijnen ze vrijwel gelijk weer buikschuivend onder de tuinpoort door. Even krabbelen aan de schutting, lekker rollen over de bestrating, een plasje water is goed voor een slokje en bij de blauwe druifjes wordt van het groen geknabbeld. Klaar voor een nieuw rondje territorium, volgen er nog een paar van die surveillances buurtuin. Wanneer ik zelf naar binnen naar de keuken loop komt Tokepi met me mee. Dat is handig, ik geef haar vast wat eten terwijl de ander nog buiten blijft. Dan krijgen ze straks samen nog. Bij het weer binnen komen geef ik ze eerst buiten een flinke aaibeurt. Er zit een halve zandbak in hun vacht, die mag lekker buiten blijven.

Poekie bepaald

WAT ER IN HET KOPPIE ZIT

Een lief poesje met een eigen willetje, ze luistert alleen als het haar uitkomt. Ze is gechipt en geholpen, maar buiten is het gewoon te gevaarlijk. Poekie woont dus binnen en daar is ze het niet altijd mee eens. Zodra ze het tuinhekje hoort snelt zij naar de voordeur om ‘de bezoeker’ te verwelkomen. Al mauwend loopt ze tussen de lamellen of staat ze rechtop voor het ruitje van de voordeur te miewen. Er woont hier een gezin met jonge kinderen en ze is gewend dat er veel bedrijvigheid is. Dat is deze dagen wel anders, ze kan heerlijk bijslapen.

Ze staat wel voor de deur te dringen, maar loopt eigenlijk altijd voor mij uit naar het woongedeelte. Daar schuif ik de lamellen open en zet ook de schuifdeur (waar een hor voor zit) open. Niets kan tippen aan buitenlucht. Wat zit ze daar toch graag. Tot die ene avond dat dit watervlugge slanke poesje besluit langs me te glippen. Roetsj de deur uit over het muurtje en onder de auto van de buren. De voordeur laat ik open zodat ze terug kan en spurt buitenom naar de andere kant van de auto. Flink stampvoetend hoop ik haar weer naar binnen te ‘jagen’. Fout gedacht … ze is helemaal niet onder de indruk van mijn herrie, maar wil gewoon niet gepakt worden. Ik zie haar springen naar een mugje in eigen tuin en hopla door naar de volgende buurtuin. Zo laat ze mij lekker heen en weer lopen. Af en toe op mijn knieën onder auto’s en bosjes speurend. Dan zie ik haar niet meer en loop terug … zit ze in d’r eigen deuropening! Het is vijftien stappen naar de voordeur en voor haar zes naar de buurauto. Dat zou ook te makkelijk zijn, ik verlies.

Na nog zo’n rondje mij bezig houden ligt ze languit (zeer alert) op haar eigen stoepje voor de voordeur. Veegt uitgebreid haar wangen over de bestrating en rolt ’s lekker om. Springt op om een zoemertje uit de lucht te happen en dat is mijn moment. Het laserlampje haalde ik uit mijn zak en wiebel met het lichtje tussen haar en de voordeur. Het lampje heeft haar aandacht en de stoep waar het lichtje schijnt krijgt een tik, snel stuur ik de woning in en zij vliegt in volle vaart naar binnen. Ik ook en sluit meteen de deur weer achter mij.

Pfffft, dat lucht op. Gelijk gaat mijn telefoon. De woning heeft een bewakingssysteem en de baas zag op de telefoon de voordeur open staan. Poekie heeft dit eerder gedaan en ze had een tip voor me om die eigenwijs weer binnen te krijgen. Ik blij dat ik kon melden dat ze ongedeerd weer binnen was.

Binnen heb ik Poekie met het laserlichtje nog wat afgemat. En honger had ze ook. Op haar eigen kleedje even poetsen en daarna nog ’s lekker dromen over hoe ze mij letterlijk om de tuin had geleid.

Kattenkwaad

KATTENKWAAD ALS TIJDVERDIJF

De jongedame Saartje, is er eentje om rekening mee te houden. Zeker nu het buiten zo koud is en ze liever binnen blijft bruist ze van de energie en zint ze op kattenkwaad. Toch doe ik eerst de achterdeur open. Terwijl ik de kattenbak uitschep doet zij buiten een rondje tuin. Dan blaast de koude wind in haar gezicht en zie ik haar een paar stapjes achteruit doen. Vervolgens zigzagt ze naar onder de trampoline, maar ook daar waait die gure wind. Ik had al gemerkt dat het in de voortuin lekkerder (windstil) was. Zij gaat het niet proberen ze is die koude wind nu al zat en ze sjeest naar binnen. Ik vul de bordjes (voor haar en haar vriendje), ze draaien beide luid knorrend om mijn benen. In een laatste poging om ze toch buiten te krijgen zet ik het eten in de tuin, wel in het zonnetje. Daar waar ze in de keuken reikend op haar achterpootjes stond zodra ik de bordjes van het aanrecht pakte, zo staat ze nu in de deuropening te weifelen. Vriend Blesje zit al lekker te eten. Dan toch ook maar daarheen. De achterdeur doe ik voor nu even dicht. Nog voor ze het op heeft staat ze bij de achterdeur te dringen. Dat vriendje tussen de struiken duikt heeft ze geen boodschap aan. Ze wil naar binnen, zelfs liever dan dat ze eten krijgt. Toe maar dan, de bordjes neem ik ook weer mee en zet ik in de keuken. Zij valt gelijk aan en vriendje struint nog even in de tuin.

Na het eten loopt ze gelijk naar de brede vensterbank aan de voorkant en begint zich te wassen. Ik schuif het gordijn een beetje opzij om haar beter te kunnen zien. Haar oogjes worden gitzwart, ze stopt met wassen en heeft veels te veel oog voor mijn hand. Ik maak een geluidje om haar af te leiden … dat werkt, mijn hand beweeg ik nu veilig van haar weg. Ik laat haar eerst verder wassen en ga op zoek naar een speeltje. Daar kan ze niet op wachten en ze leeft zich uit op het vaasje met bloemetjes in de vensterbank. Ze trekt een steeltje naar zich toe en wil in een bloemetje happen. Het steeltje veert terug, dat is léuk! Haphap, tiktik, graai en nog ’s hap. Wanneer ze het bloemetje in haar bek voelt is het blijkbaar niet wat ze had verwacht. Met haar bekje nog open en haar tong naar buiten schudt ze eens flink met haar kop. Verliest door het geschud haar evenwicht en doet snel een stapje zijwaards om niet om te rollen. Bah! Dat ziet er veel leuker uit dan het smaakt. Ze gaat er resoluut met haar rug naartoe zitten.

Haar vriendje komt nu ook binnen en ze dollen wat onder de tafel door. Of eigenlijk is het Saar die loopt te dollen en Blesje berust er in. Het maakt ook nogal een verschil of je bijna twee of twaalf jaar bent. Ze daagt hem uit door vanaf de stoel een tikje tegen zijn rug te geven. Hij laat zich vallen zodat ze vanaf de stoel niet meer bij hem kan. Zij stapt via de rugleuning op tafel naar een andere stoel en als ze ook daar vandaan hem niet kan raken springt ze achter hem weer op de grond. Hij weet al wat er nu komt en rent weg. Zij er achteraan en zo rennen ze om de salontafel, door de keuken en weer terug. Dan is Bles slim, springt op de bank draait zich gelijk om en geeft die kleine kattenkwaad een tikje als ze denkt achter hem aan te kunnen springen. Beetje beduusd is ze gelijk weer rustig.

Tja, als hij niet wil dan maar weer wassen in de vensterbank en een beetje klieren uiteraard. Een knabbeltje aan de luxaflex en een tikje tegen het gordijn, die bloemen effe niet meer. Ik maak een propje, ze hoort het en staat naast me. Ik gooi het propje en ze is er zoet mee. Helaas brengt ze het niet terug dus kom ik naar haar en gooi het weer naar een andere hoek. Zodra het er op lijkt dat ik in mijn eentje speel hou ik het voor gezien en stapt zij de vensterbank weer op.

Met Blesje kroel ik nog wat en als ik de voordeur achter me dichttrek staat Saar voor het zijraampje naar me te zwaaien … of is het graaien? Haha!