Het ontdooien van Odin

ODIN IS ER EVEN NIET
Ik heb me laten vertellen dat Odin van eten en kroelen houdt, maar bij mijn eerste bezoekje ligt hij plat op zijn kleedje. Kijkt absoluut niet naar mij en doet overduidelijk zijn best om er níet te zijn. Doodsbenauwd is ie van me en wanneer ik hem even met rust laat door in de keuken zijn bordje te vullen is ie ‘kwijt’ bij terugkomst. Omdat ik allang gezien had dat hij waarschijnlijk zou vluchten had ik de kamerdeur achter mij gesloten en moest hij hier dus nog zijn. Langzaam inspecteer ik mogelijke schuilplekjes. Achter het tv-meubel, achter het gordijn, op de stoelen onder tafel, misschien toch al achter de wasmachine in de keuken, maar nee daar is ie allemaal niet. Ik ga op mijn buik op de vloer liggen en zie een stukje staart onder de hoes van de luie stoel. Dan schuif ik naar waar zijn voorkant moet zijn en til de hoes een stukje op. Twee gitzwarte oogjes kijken mij aan onder doorlopend geslik zie ik hem denken … ik ben er niet … ik ben er niet … ik ben er niet! Zij ziet mij niet!
Ik laat de hoes weer zakken, haal een paar brokjes uit zijn bordje en leg een spoortje, van voor zijn neus tot aan de eettafel. Zelf ga ik stilletjes op de bank aan de andere kant van de kamer zitten. Binnen vijf minuten volgt hij het spoor brokjes. Zodra we elkaar weer kunnen zien zeg ik zijn naam en als hij kijkt steek ik mijn hand uit. Meteen gaat hij knorren en een beetje weifelend komt hij wel naar mijn hand. Hij laat zijn wang kroelen en knort nog wat harder. Toch nog steeds erg spannend slikt hij nog ’s een paar keer extra. Dan gaat hij in sluiphouding naar de keuken en hoor ik hem bij zijn bordje. Zachtjes sta ik op, niet zacht genoeg, want hij vliegt vanuit de keuken onder de eettafel. Okay ik ga wel weer zitten. Wanneer ik met zijn baasje zit te appen staat hij ineens naast me op de bank tegen m’n hand aan te duwen. Het ijs is gebroken er kan gekroeld worden. Nog wel in slow-motion, maar wat vindt ie het lekker.
De volgende dagen kruipt hij onder zijn veilige stoel zodra ik de sleutel in het slot steek, maar is er alweer onder vandaan voor ik mijn tas op tafel zet. Grappig is dat hij nooit aan de voorkant onder de stoel vandaan komt, maar steeds plots verschijnt tussen stoel en muur. Alsof ik dan niet weet dat hij daar zat. Haha!
Nu hij met mij op zijn gemak is, is hij een relaxte kat. Wassen gaat nogal warrig met hier en daar een poets, daarbij draait hij zich in de onmogelijkste bochten om uiteindelijk in een beetje een hanghouding op de bank in de rondte te kijken. Meestal zit hij net binnen aanraakafstand en als ik dan een poot of stukje staart beroer komt hij overeind om meer kroel te halen. Een uitgebreide borstelbeurt was helemaal feest. Niet over z’n buik, maar rug en zijkanten draait hij afwisselend voor. Lekker hoor als die dikke jas weer een beetje uitgedund is. Nu kunnen we ook weer knuffelen zonder een wolk dwarrelende losse haren.
De speeltjes in huis liggen telkens ergens anders. Hij speelt er dus duidelijk ook in zijn eentje mee. Het leukst vindt hij de hengel met ’t balletje. Zachtjes raak ik met het balletje zijn kop aan en hij graait er op los. Al snel ligt hij op zijn rug met alle poten in de lucht. Af en toe is hij afgeleid door passerende fietsers of bootjes die wat luidruchtig voorbij varen. Na een kwartiertje ploft hij op de bank, genoeg gespeeld, tijd voor kroelen. Heerlijk (ook voor hemzelf) dat hij niet bang meer is.